IJsschaatsen en ijshockey zijn niet toevallig zo populair: het is gewoon bijzonder leuk om met grote snelheden over ijs te glijden. Minder leuk is het, als u in een voertuig zit en de wegen spiegelglad zijn.
Er zijn veel gelijkenissen tussen rijden in de sneeuw en rijden op ijs. In beide gevallen moet u bijvoorbeeld langzaam en rustig rijden en mag u niet bruusk versnellen of remmen. Maar er zijn extra punten waar u op dient te letten, als u op gladde wegen rijdt.
Algemene voorzorgsmaatregelen
In de eerste plaats dient u zich af te vragen of u echt met de auto weg moet. Gladde wegen kunnen bijzonder verraderlijk zijn en men dient na te gaan of een rit in dergelijke omstandigheden opweegt tegen de financiƫle en emotionele kosten van een mogelijk ongeval.
Luister naar de radio. Het weerbericht informeert u over specifiek gevaarlijke gebieden en dat kan u helpen om te beslissen of u al dan niet in de auto stapt.
Of misschien bent u al onderweg en kunt u zo achterhalen of ijs tijdens uw rit een probleem kan vormen.
Een van de belangrijkste verschillen tussen ijs en sneeuw is dat sneeuw duidelijk zichtbaar is. Ijs en ijzel daarentegen gaan zo goed over in de kleur van het wegdek, dat u vaak niet weet dat het er is, voordat het te laat is. Uw autothermometer is een goede indicator. Als die aangeeft dat de omgevingstemperatuur dicht bij het vriespunt zit, dient u extra voorzichtig te zijn.
Een andere manier om ijzel of ijs op te merken, is het observeren van andere voertuigen. Als u ziet dat die slippen of zelfs naast de weg terechtkomen, bent u waarschijnlijk op een gladde weg terechtgekomen.
Als u daardoor gestrest raakt, stop dan en wacht tot de temperatuur verhoogt of kies voor een ander vervoermiddel.
Rijden op gladde wegen
- Let op de omgevingstemperatuur, zodat u voorbereid bent op gladde omstandigheden.
- Let op andere bestuurders, om na te gaan of zij problemen hebben door gladheid.
- Luister naar de weersvoorspellingen en vermijd gevaarlijke gebieden.
- Rijd langzaam en voorzichtig.
- Houd extra veel afstand tussen u en uw voorligger.
- Als u begint te slippen, stuur dan in de richting waarin de achterkant van uw voertuig beweegt.
Rijtips
Als u beslist om op gladde wegen te rijden, gebruik dan de onderstaande tips om veilig van A naar B te gaan.
Houd zo veel mogelijk afstand tussen u en uw voorligger. Dat kan tot tien keer meer zijn dan wat u zou doen als u op een droog wegdek rijdt. Als de remweg bij 50 km/h 23 meter bedraagt op een normale zonnige dag, dan is dat ten minste 230 meter bij dezelfde snelheid op ijs.
Als u op een gladde plek terechtkomt en u begint te slippen, stuur dan in de richting waarin de achterkant van uw voertuig glijdt. Als de achterkant van uw auto in de richting van uw rechter schouder glijdt, draai dan uw stuur naar rechts. Als de achterkant in de richting van uw linker schouder glijdt, stuur dan naar links. Laat uw stuur niet los en druk niet hard op het rempedaal, want daardoor kunnen de wielen geblokkeerd raken.
Koud weer kan gepaard gaan met hagel. Dat kan de zichtbaarheid beperken. Als u een veilige plek vindt om te stoppen, doe dat dan. Ideaal is dat een overdekte plek, zoals bijvoorbeeld onder een brug. Parkeer uw auto tegen de hagel in, zodat uw voorruit de grootste krachten opvangt en niet de zijruiten of de achterruit. Uw voorruit kan u beter beschermen dan de andere ruiten. Wacht tot de hagelbui voorbij is, voordat u weer vertrekt.
Het is altijd goed om een opgeladen mobiele telefoon bij te hebben, opdat u iemand kunt waarschuwen als uw voertuig defect is.