Het is belangrijk dat u weet hoe u de profieldiepte van uw banden dient te controleren. De profieldiepte beïnvloedt immers het rijgedrag van uw voertuig en de grip op het wegdek. Hoe dieper de profielen, hoe beter de grip.
Getest door Continental Reifen Deutschland GmbH op de testlocatie Contidrom (status: september 2020). Testomstandigheden: 225/45 R 17, PremiumContact™ 6, nat wegdek, van 80 km/u tot 0 km/u, temperatuur 19,8 - 25,6° C. VW Golf 7 1.4 TSI. De hier getoonde afbeeldingen dienen alleen ter illustratie. De remafstand van een voertuig is afhankelijk van het type, de leeftijd, de gebruikte remmen en banden en het wegdek. Het volledige testrapport is beschikbaar op www.continental-tires.com/car/tires/test-report-wet-braking-summer (Bron: Continental Reifen Deutschland GmbH)
Optimale dieptes
Bij een nieuwe band is de profieldiepte ongeveer 8-9 mm. Volgens de wettelijke voorschriften mag u met uw banden blijven rijden, tot de profieldiepte 1,6 mm bedraagt over 75% van de bandbreedte over de hele omtrek.
Waarom is het juiste bandenprofiel zo belangrijk?
Autobanden spelen een doorslaggevende rol bij de veiligheid – vooropgesteld dat deze niet teveel versleten zijn, maar de optimale profieldiepte hebben. Hoe dieper het profiel is, hoe meer grip uw banden hebben. Echter al vanaf een bepaalde profieldiepte neemt de grip langzaam maar zeker af.
Tijd om de banden te vervangen: alleen met voldoende hoge lamellen en diepe groeven op het loopvlak rijdt u veilig. Dat geldt in het bijzonder voor besneeuwde en natte wegen. Een voldoende diep bandenprofiel kan grotere hoeveelheden water beter kanaliseren en naar de zijkant afvoeren, zodat de band zijn grip behoudt.
Feiten over de profieldiepte
- Nieuwe banden hebben een profieldiepte van 8-9 mm.
- De wettelijke minimale profieldiepte bedraagt 1,6 mm.
- Veilig rijden in natte en besneeuwde weersomstandigheden wordt beïnvloed door de profieldiepte, het patroonontwerp en de rubbersamenstelling van het loopvlak van uw banden.
- Op natte en besneeuwde wegen nemen de remprestaties geleidelijk af naarmate het profiel minder diep is.
- Controleer uw banden regelmatig
- Verlaag uw snelheid op natte en besneeuwde wegen
- Overweeg tijdig uw banden te vervangen
De profieldiepte van uw banden controleren
- Controleer eerst de slijtage-indicatoren in de groeven van uw banden. Deze kleine horizontale staafjes zijn gelijkmatig verdeeld over de omtrek van uw band. Als uw band tot op het niveau van deze indicatoren is afgesleten, hebt u de minimale profieldiepte bereikt en dient de band te worden vervangen.
- Denk eraan dat deze indicatoren aangeven dat u een profieldiepte van 1,6 mm hebt bereikt, wat het wettelijke minimum is.
Overigens: sommige winterbanden hebben ook een indicator voor de bandenslijtage in de vorm van een sneeuwvlokje. Zodra deze is weggesleten en „verdwijnt“, is de minimumdiepte voor het profiel van winterbanden (vier millimeter) bereikt. Dat is het moment waarop nieuwe banden moeten worden gemonteerd.
- Een accuratere controle kunt u uitvoeren met een profieldieptemeter. Die zijn verkrijgbaar in verschillende vormen, van gelamineerde kaartjes met gekleurde markeringen tot en met digitale meetinstrumenten.
- Plaats de meter in een groef van uw band en u ziet meteen hoe dicht u bij de minimale diepte bent.